In het boeddhistisch centrum waar ik wekelijks mediteer, had
ik gisteravond een bijeenkomst van een filosofiegroepje. In dit groepje laten
we Boeddhisme en Westerse filosofie met elkaar in gesprek gaan, met als inzet een eigen vraag of onderwerp en wat we daar wijzer over kunnen worden.
Gisteren was het mijn beurt om iets in te brengen. Het thema
dat ik had voorgesteld was ‘onthechting’. En dat n.a.v. (moeizame) pogingen om
ruimte te maken in mijn huis.
Aan veel ben ik niet enorm gehecht. Van vrijwel alles in
mijn huis kan ik afstand doen. Enkele maanden geleden heb ik veel kleding de
deur uitgedaan. Meubels mogen wat mij betreft zo vervangen worden; niet dat ik
dat wil, maar ik hecht er evenmin aan. Zelfs over mijn muziekverzameling valt
te praten. Ik wil niet zonder muziek, maar daar heb ik geen cd’s meer voor
nodig; dan kan ook anders.
Waar het moeilijk wordt is bij mijn boeken. Ik heb er enkele
duizenden, over een breed scala aan onderwerpen. Een deel ervan heb ik nodig
voor mijn werk als filosoof. Maar voor een flink deel geldt dat niet. En toch
lukt het me niet om er afstand van te doen. Terwijl dat wel goed zou uitkomen.
Ik woon namelijk klein. Het leeuwendeel van mijn boeken staat in een
zolderkamer, en die is erg vol. Ik zou die ruimte ook anders kunnen gebruiken.
Heb het gevoel, of het vermoeden, dat ik er vrijheid door
zou winnen, en ruimte, met name in mijn gemoed, wanneer ik er niet langer aan
gehecht zou zijn. Ik kan me zelfs voorstellen dat ik er gemakkelijker door zou
kunnen verhuizen.
Ik heb al verschillende pogingen ondernomen om iets te doen
aan de omvang van mijn boekenverzameling, maar die hebben tot nu toe weinig
geholpen. Allerlei ‘goede redenen’ en rationalisaties hebben niet gewerkt.
Zoals dat ik de meeste van die boeken in de bibliotheek zal kunnen vinden. Of
dat ik veel van die boeken al in jaren niet heb aangeraakt. (Waarom ze dan niet
wegdoen?)
Er zijn een paar dingen, afwegingen, of denkspelletjes, die het lastig maken:
. de boeken hebben me geld gekost, - al is dat niet
zwaarwegend. (Kleding heeft me ook geld gekost, en daar had ik nauwelijks
moeite mee om het weg te doen, ook ongedragen kleding niet.)
. ik zou die boeken ooit toch nodig kunnen hebben; immers,
ik heb ze ooit om een reden gekocht, een interesse, en die interesse is niet
verdwenen;
. boeken hebben voor mij iets speciaals, bijna heilig: de
schrijvers ervan hebben er veel tijd en energie in gestopt; hoe zou ik dat dan
zomaar bij de vuilnis kunnen zetten?
Toch vermoed ik dat er iets anders een rol speelt, iets dat
ik associeer met gehechtheid. Ik zou inzicht in dat iets willen krijgen, met de
verwachting dat ik er dan (gemakkelijker) mee zou kunnen dealen.
Er pleegt iets weerstand. Wat is dat? Wat maakt het zo
lastig om mij te ontdoen van boeken die ik waarschijnlijk niet zal lezen?
*****
Om in het filosofiegroepje een thema gezamenlijk te
onderzoeken, is niet alleen een casus belangrijk (waardoor het onderwerp
existentiële relevantie krijgt – minstens voor de inbrenger – en niet tot een
cerebraal spelletje wordt); ook brengen we teksten in die verhelderend zouden
kunnen werken.
Omdat ik uit de westerse filosofie geen aansprekende teksten
over ‘onthechting’ ken, had ik de anderen gevraagd om suggesties te doen voor
teksten uit het Boeddhisme. Onthechting is immers een belangrijk item in het
Boeddhisme.
Een van de teksten die ik aangeraden kreeg was van Pema
Chödrön. Over ‘shenpa’, Tibetaans voor ‘hechten’, of beter ‘being hooked’. Door
het lezen van deze tekst begon ik me af te vragen: gaat het wel om die boeken?
Is het aan boeken dat ik gehecht ben, of is het iets anders? Staan die boeken
wellicht voor iets waardoor het moeilijk is om mij ervan te ontdoen?
Met name één passage zette me aan het denken:
‘Shenpa thrives on the
underlying insecurity of living in a world that is always changing. We
experience this insecurity as a background of slight unease or restlessness. We
all want some kind of relief from that unease, so we turn to what we
enjoy—food, alcohol, drugs, sex, work or shopping. In moderation what we enjoy
might be very delightful. We can appreciate its taste and its presence in our
life. But when we empower it with the idea that it will bring us comfort, that
it will remove our unease, we get hooked.’
Ik kan me iets voorstellen bij de onzekerheid die samenhangt
met leven in een alsmaar veranderende wereld, en de ongemakkelijkheid en de
rusteloosheid die erdoor ontstaat. Ook zie ik hoe daaruit een behoefte aan
‘relief’ ontstaat, aan verlichting van dat onbehagen. De ‘oplossingen’ die
Chödrön noemt zijn mij niet onbekend: eten, alcohol, drugs, seks, werk en ook
kopen.
Maar zou het kunnen dat de (voor mij) belangrijkste er niet
bij staat? Namelijk denken, willen begrijpen. Is denken misschien mijn manier
om mijn onbehagen te verlichten, en om mijn onzekerheid over een leven in
permanente verandering te bezweren?
Ontegenzeglijk brengt filosofie mij ook mooie dingen. Ik heb
geen behoefte om af te geven op het denken, als onnodig, overbodig of
schadelijk voor de spirituele gezondheid, integendeel. De passie voor waarheid
heeft mij veel gebracht, heeft een hele wereld voor mij geopend, met name in de
opheldering van verwarring en onwetendheid. Filosofie (opgevat als
wijsbegeerte) maakt het leven voor mij meer en meer de moeite waard, met name
doordat ik me er steeds meer in thuis voel.
Toch lijkt er ook een schaduwzijde aan de zitten. Namelijk
wanneer denken tot een verslavende, doch illusoire remedie wordt voor een
ongeneeslijke eigenschap van het leven, namelijk zijn veranderlijkheid...
Staan al die boeken misschien voor deze poging, om denkend
grip te willen krijgen op de veranderlijkheid van het leven, op zijn
ongrijpbaarheid? Heb ik niet over ongeveer alle domeinen van het leven boeken
verzameld, met de bedoeling de wereld binnen mijn bereik te brengen, denkend
wel te verstaan? En dat terwijl ik de meeste ervan niet gelezen heb... (Ik zou
enkele levens nodig hebben om al het denkwerk in die boeken mij eigen te
maken.) Kennelijk is het voldoende om het allemaal in mijn bezit te hebben, -
en dan het liefst de klassiekers...
Is deze hele poging om begrijpend grip te willen krijgen op
het leven niet een immense illusie?
*****
Tijdens de bijeenkomst heb ik mijn casus ingebracht, plus de
vragen en overwegingen die zich ondertussen aan het uitkristalliseren waren.
Ook anderen brachten ervaringen met (ont)hechting in en hun gedachten en
inzichten. We hebben het een en ander tegen het licht gehouden en verder
uitgewerkt. Was zeer vruchtbaar! Hoe kan filosofie anders dan dialogisch zijn!
Begrijpelijk en toch opmerkelijk blijft dat alleen al een
bijeenkomst over het thema reeds tot effect heeft dat ik ermee verder kom.
Enkele maanden geleden, toen ik weer eens serieus aan de slag ging met ruimte
maken in mijn huis en met het opruimen van boeken, speelde de vraag ook, maar
al snel raakte zij bedolven onder actualiteiten en andere ontwikkelingen. Weg
was het niet; het bleef sluimerend aanwezig, zoals ook de overvolle zolderkamer
met boeken aanwezig bleef. Kennelijk is een bijeenkomst zoals gisteravond nodig
om er (weer) serieus mee aan de slag te gaan. Wat zegt het over persoonlijke
ontwikkeling dat zoiets nodig is?
Anyway, de komende tijd wil ik er mee bezig blijven. Wordt
vervolgd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten