Een ruwe versie van onderstaand stuk heb ik thuis
geschreven. Toch, er moet buitenwind doorheen. In mijn werkruimte thuis kan van
alles broeden, maar er mist omgevingsdynamiek: te vertrouwd, geen interactie, nergens
verontrusting, hooguit teveel in mijzelf. Eruit! Het voelt als naar mijn werk
gaan, met de wereld als werkplek! Zelfs het erheen gaan, het liefst wandelend,
brengt al beweging in mijn denken.
Ik zit nu bij de Buurtboerderij: een aangename plek, niet
ver van waar ik woon, met uitzicht op riet, weilanden met schapen en paarden,
en de bomenhaag van de begraafplaats waar ik een aantal keren ben geweest om
het een en ander te overpeinzen. Het is moeilijk om je voor te stellen dat dit
deel van Amsterdam is, en niet eens aan de rand, maar net buiten het centrum.
Het is een heuse boerderij die nu in gebruik is als low key ruimte voor
allerhande activiteiten, inclusief restaurant en koffiehuis. Er is ook een
weggeefwinkel. Ik heb er zojuist weer een stapeltje boeken en kleding
achtergelaten.
Het is druk bij de Buurtboerderij. Een grote groep demente
bejaarden zit in het zonnetje te genieten van een pannenkoek, met begeleiders
die hun best doen om het gezellig te maken.
Het doet me denken aan mijn eerste activiteit als
dienstweigeraar. Ik werd tewerkgesteld in een tehuis voor dementerende ouderen
en voor ouder wordende mensen ‘met een beperking’, zoals dat tegenwoordig heet.
Langer dan vijf-en-halve maand heb ik het er niet volgehouden. Met groeiend
respect voor de collega-verpleegkundigen kwam ik er achter dat ik niet geschikt
was voor het werk. Als begin twintiger was de confrontatie met menselijk verval
te groot. Soms leek het alsof ik mijn oma aan het wassen was, terwijl ik haar
nog nooit anders had gezien dan in een zwarte jurk. Helaas, in een
verzorgingshuis voor dementerende ouderen is er hooguit sprake van tijdelijke
stabilisering. Normaal gesproken gingen de mensen die wij verzorgden alleen
maar achteruit, in het ergste geval eindigend als een ‘plant’, zoals we hen
oneerbiedig noemden. Het enige dat deze mannen en vrouwen nog bewogen was hun
mond, en dat alleen wanneer er een lepel of vork met eten tegenaan werd
gehouden.
*****
Soms gebeurt het dat allerlei lijntjes bij elkaar komen en
met elkaar een vruchtbare kortsluiting maken, waardoor er onverwacht een
kwalitatieve sprong wordt gemaakt. Hetzelfde ziet er plotsklaps geheel anders
uit. Dat overkwam me de afgelopen week. Het heeft verwerkingstijd nodig, alsof
er tal van nieuwe verbindingen dienen te worden aangemaakt.
Al langere tijd zit ik te broeden op de vraag hoe filosofie
weer tot wijsbegeerte kan worden; hoe deze wijsbegeerte, gecombineerd met
andere interesses, tot levensvorm kan worden; en wat oefeningen zouden kunnen
zijn om deze levensvorm gestalte te geven, te actualiseren. (Voor ‘levensvorm’
zou je ook het woord ‘levenskunst’ kunnen bezigen, maar hierover later.)
Wat betreft filosofie als wijsbegeerte, kun je het ook
anders zeggen: hoe kan de innige band tussen filosofie en levenskunst weer
worden hersteld (zoals die ooit bestond bij Griekse en Romeinse filosofen)? Hoe
kan filosofie weer worden tot een manier van leven? En zoals filosofen in de
Oudheid er oefeningen op na hielden om hun manier van leven te onderhouden,
welke oefeningen zouden wij dan nu kunnen ontwikkelen, met het oog op een hedendaagse levenskunst? (Wanneer je
levenskunst opvat als ‘seculiere spiritualiteit’ – zoals ik doe - , dan zou je
de gezochte oefeningen dus ook ‘spirituele oefeningen’ kunnen noemen.)
Of nog weer anders gezegd: hoe kan de beoefening van
filosofie weer existentieel relevant worden? Hoe filosofisch opnieuw aan de
slag te gaan met de vraag ‘hoe te leven’ en ‘hoe samen te leven’, niet als ‘interessante’
research-item, maar als kwestie die je persoonlijk aangaat?
Aangezien ik ook een sterke affiniteit voel met kunst en
politiek, vraag ik mij af hoe de drie (filosofie, kunst en politiek) elkaar
kunnen versterken. De grootste nadruk heeft de afgelopen jaren gelegen op
filosofie, maar ook de andere twee steken telkens weer de kop op. Hoe hen te
integreren? Hoe vorm te geven aan een gecombineerde interesse in filosofie
(opgevat als wijsbegeerte), kunst (als een vieren van het leven in
creativiteit) en politiek (als engagement met het oog op een wereld met
toekomst)?
Existentiële kwesties onderzoek ik reeds jaren, ten eerste
voor mijzelf, ter vormgeving van mijn eigen levenskunst, en vervolgens ook door
het onderzoek te gieten in de vorm van een workshop of cursus, zodat ook
anderen er hun voordeel mee kunnen doen. Ook met kunst heb ik een geschiedenis,
in verschillende étappes. Hetzelfde geldt voor politiek. Kunnen zij samen worden
gebracht, met elkaar verweven, in plaats van een apart leven te leiden?
De verschillende interesses heb ik lange tijd naast elkaar
in praktijk gebracht, in diverse activiteiten, soms elkaar overlappend, meestal
los van elkaar. Hoe dit alles samenvattend te noemen? Leven en werken als een politiek
geëngageerde filosoof-kunstenaar? Enigszins ingewikkeld. Is integratie
mogelijk?
Op deze vragen heb ik nog geen antwoord. Wel lijkt een
herschikking zinvol, door een onderscheid te maken tussen aandacht voor mijn
levenshouding enerzijds en mijn werk anderzijds.
Ik realiseer me dat in filosofie beide nogal eens door
elkaar lopen. Bij wijsgerige aandacht voor levenshouding horen andere
activiteiten dan bij filosofie als werk. De eerste betreffen vooral
activiteiten die je kunt samenpakken onder de noemer ‘zorg voor het zelf’; bij
filosofie als werk gaat het om iets
dat persoonlijke relevantie overstijgt. (Waar het op elkaar gaat lijken, is
wanneer ‘filosofie als werk’ gericht is op het aanzetten tot ‘zorg voor het
zelf’ bij deelnemers aan een workshop, bijvoorbeeld.)
Door mijn activiteiten op deze manier te onderscheiden wordt
het mogelijk om ze apart aandacht te geven, en ook om er andere verwachtingen
van te hebben.
Over filosofie als
werk kan ik nu nog weinig zeggen. Te meer daar ik dat zou willen integreren
met twee andere interesses, namelijk kunst en politiek. Wat me nu wel
duidelijker aan het worden is, is de wijsgerige zorg voor het zelf. Oftewel:
aandacht voor levenshouding.
Aan de basis van wat ik ook onderneem ligt een
levenshouding. Aandacht hiervoor heb ik lange tijd beschouwd als een zaak van ‘levenskunst’,
- zoals gezegd, een thematiek die reeds in de Grieks-Romeinse oudheid door
filosofen werd gezien als een hoofdonderwerp. Wat is kunstwerk van levenskunst?
De eigen levenshouding!
Jarenlang heb ik met plezier onderzoek gedaan naar filosofie
van de levenskunst, rond de vraag ‘hoe te leven’, telkens vanuit een andere invalshoek.
Ook bracht ik praktische vormen van filosofie in verband met levenskunst.
Waartoe zou ik zo’n praktische vorm, het socratisch gesprek bijvoorbeeld,
beoefenen? Ter bevordering van levenskunst!
Mijn enthousiasme is echter afgenomen. Al geruime tijd stoor
ik mij aan de inflatie die ‘levenskunst’ ondergaat. Alles waarmee je het leven
een beetje kunt opleuken krijgt tegenwoordig het label ‘levenskunst’. Je hoeft
er lifestyle magazines maar voor op na te slaan. Een mooie tafelschikking of
een aangenaam interieur kan al in aanmerking komen. Dat geldt ook voor
zelfhulptechniekjes en voor adviezen (die dan natuurlijk geen ‘adviezen’ mogen
heten) om het leven ‘mooi’ te maken.
Een nieuwe mode in ‘levenskunst’ is de filosofische snack:
een socratisch gesprek van een uur; een middagje praten waarin je kunt leren
hoe beter te communiceren, hoe een betere vriend te zijn, hoe de gepaste
verwachtingen te hebben van de liefde, etc, en dat alles met een filosofisch
sausje. Tja, wat komt niet in aanmerking voor ‘levenskunst’!?
Maar goed, wat stoort mij daar nu eigenlijk aan?
Eén bezwaar is de oppervlakkigheid. De snelle hap. Een shot
‘wijsheid’. Een quick-fix zonder werkelijk effect. Zoals je met make-up een
ongezonde levensstijl kunt proberen te verbloemen, terwijl dat niets verandert
aan de levensstijl. Levenskunst gaat wat mij betreft dieper dan gesleutel aan
de buitenkant.
Een ander bezwaar is politiek. In de populair ‘filosofische’
aandacht voor levenskunst gaat vrijwel alle aandacht naar het persoonlijke
welzijn, eventueel aangevuld met geliefde, vrienden en collega’s. Een kritische
blik op de cultureel-maatschappelijke omstandigheden komt zelden voor; zij
blijven ongedacht, - een ernstige omissie, zeker nu, in deze tijden van grote
veranderingen.
‘Levenskunst’ blijft een mooi woord, maar wekt steeds vaker de
verkeerde associaties, helaas. Een woord waar ik nu meer mee kan is
‘levensvorm’. ‘Levensvorm’ associeert
met vormgeven, in vorm blijven, een vorm oefenen. Zij associeert ook met
inhoud, als iets dat niet per se samenvalt met de vorm. Een vorm past meerdere
inhouden. In een vorm kan veel gebeuren. Je kunt een vorm oefenen ook al ben je
er even niet bij.
Vraag is nu: hoe een wijsgerige levenshouding te cultiveren?
Hoe ziet zo’n levensvorm eruit? Wat voor praktijken zouden vorm kunnen geven
aan een wijsgerige levenshouding?
De praktijken waar ik aan moet denken bij deze vragen, ter vergelijking,
zijn martiale kunsten (zoals tai chi). De vorm
is daarin belangrijk. Het doen van de ‘vorm’, bestaande uit een aantal vaste
bewegingen. Het is in het doen van de vorm dat je je ‘spiritueel’ kunt oefenen,
waardoor het meer wordt dan louter een lichamelijke oefening.
Omdat mijn interesses sterk filosofisch gekleurd zijn, vraag
ik me al geruime tijd af wat het wijsgerige equivalent zou kunnen zijn van martiale
oefeningen. Ik kon mij slecht voorstellen dat het om even ‘vaste’ vormen zou
gaan als de reeks bewegingen in tai chi, bijvoorbeeld.
Afgelopen week realiseerde ik me plotseling, alsof het
eindelijk tot me doordrong, dat het onderzoek waar ik nu mee bezig ben in feite
een van de vormen is waarin ik mijn wijsgerige levensvorm oefen. Het onderzoek
dat reeds een half jaar loopt, en waar dit Logboek onderdeel van is, is niet
zomaar een verwerking van ingrijpende gebeurtenissen in mijn leven; het is een
oefening in de levensvorm die mij op dit moment het beste past, en dat is een
wijsgerige levensvorm.
Er zijn andere oefeningen waarin ik mijn levensvorm
cultiveer. Dagboek schrijven is voor mij reeds heel lang zo’n oefening. Dat
geldt ook voor praktische vormen van filosofie, zoals socratisch gesprek,
filosofisch café en leesgroepen, en dan met name wanneer ik niet slechts
facilitator ben, maar mijzelf betrokken weet in het onderzoek, van actieve
deelname tot en met zwijgend meedenken: ook deze praktische vormen van
filosofie ervaar ik als een oefening.
Daarnaast beoefen ik reeds vele jaren zitmeditatie. Hierin
heeft niet wat ik denk de aandacht,
maar dat ik denk, - een welkome
manier om alert te blijven op de mogelijkheid mij te verliezen in
verabsoluteringen. We zijn meer dan we denken, en ook de werkelijkheid valt
niet samen met wat wij van haar denken.
Deze oefeningen zijn voor mij dus niet nieuw. Evenmin is
voor mij nieuw dat zij opgevat kunnen worden als oefeningen in (mijn)
levenskunst. Wat is dan wel nieuw? – voor mij althans. Het lijkt te zitten in
de conceptuele verschuiving van ‘levenskunst’ naar ‘levensvorm’. Soms kan een
ander woord nieuwe mogelijkheden ontsluiten, terwijl een eerder woord deed
blokkeren.
Zoals gezegd zou ik een levensvorm willen cultiveren die aan
de basis ligt van meerdere interesses en activiteiten: filosofie, kunst en
politiek. Hoe kan ik mij in mijn levensvorm hierop afstemmen? Kan deze
levensvorm misschien helpen om die verschillende interesses te integreren? En ook: is een louter wijsgerige levensvorm dan wel passend?
Een andere vraag: als het klopt dat het nu lopende
onderzoek, waar dit Logboek onderdeel van is, beschouwd kan worden als een vorm
waarin ik mij oefen in mijn wijsgerige levensvorm, hoe dan? Wat draagt het bij
aan mijn levenshouding?
Het zijn vragen waar ik nog slechts een vermoeden bij heb.
Is ‘levensvorm’ überhaupt een zinvol concept? Is het wel nodig om een levensvorm te cultiveren? Laat ik er een hypothese van
maken, en laat ik deze de komende tijd gaan onderzoeken en toetsen op
houdbaarheid. Ben benieuwd hoe vruchtbaar het concept ‘levensvorm’ in de
praktijk zal blijken te zijn.
Wat ga ik onderzoeken?
. Of het onderscheid tussen levenshouding en werk zinvol is;
. Of levensvorm een zinvol concept is ter cultivering van
levenshouding;
. Wat een wijsgerige levensvorm te betekenen heeft en hoe
zij zou kunnen worden geoefend; vraag: wat vermag filosofie?
. Wat het lopende onderzoek, waar dit Logboek onderdeel van
is, bijdraagt aan mijn levenshouding;
. Hoe mijn interesses en activiteiten op het gebied van
filosofie, kunst en politiek geïntegreerd zouden kunnen worden;
. Of een wijsgerige levensvorm dan geschikt is;
. En tenslotte, en dat kan al eerder blijken, of het überhaupt nodig is om een levensvorm te cultiveren.
Deze weken is het niet alleen vakantie. Ook staan er enkele filosofische zomercursussen op het programma. Over 'ouder en wijzer worden', over 'gastvrijheid', en over 'de spelende mens'. Alles bij elkaar een uitstekende gelegenheid om het een en ander te toetsen en nader te onderzoeken.
. Of een wijsgerige levensvorm dan geschikt is;
. En tenslotte, en dat kan al eerder blijken, of het überhaupt nodig is om een levensvorm te cultiveren.
Deze weken is het niet alleen vakantie. Ook staan er enkele filosofische zomercursussen op het programma. Over 'ouder en wijzer worden', over 'gastvrijheid', en over 'de spelende mens'. Alles bij elkaar een uitstekende gelegenheid om het een en ander te toetsen en nader te onderzoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten