I.
Wat ik gaande dit onderzoek heb gedaan, is een
niet-geïntegreerd deel integreren mijn leven, te weten mijn geschiedenis met
godsdienst en de breuk met de opvoeding en het geloof van mijn ouders, plus de
gevolgen van die breuk. Dat niet-geïntegreerde deel bleef mij altijd als een
schaduw begeleiden. De schaduw was er, maar ik wilde haar niet zien of wilde
dat zij niet gezien werd. Door ernaar te kijken, haar bestaan te erkennen en te
onderzoeken wat ik van haar kan leren, is dit ‘part maudit’ nu niet langer
stom, maar kan een volwaardige rol gaan spelen in de sensibiliteit en
intelligentie van mijn wezen. Zij kan nu uit de schaduw treden, bloeien in het
licht van mijn openbaarheid en zal mij niet langer tegenhouden, als een
onzichtbare hindernis, een kracht ‘from nowhere’ die mij doet inhouden. Er
blijkt niets te vrezen, integendeel: geïntegreerd blijkt dit deel van mijn leven
een grote krachtbron en vindgroeve voor verdere ontwikkeling! Ik heb de familie
die ik ben uitgebreid, en ben er blij mee!
II.
Wat valt er meer in het algemeen over ‘levensvorm’ te
zeggen? Het minste: dat er levensvormen in meervoud zijn. De wijsgerige is er
slechts één van.
III.
Sommige levensvormen verkeren in de gelukkige omstandigheid
dat hun oefening ook een werkzaamheid is. Zo kan ik me bij menig kunstenaar,
componist of schrijver voorstellen dat het creatieve proces zowel zorg voor het
zelf is, als ook werkzaamheid, resulterend in een artistiek werk. Mozart, Van
Gogh, Lucebert: hun dagelijkse arbeid was ook een dagelijkse oefening in de
levensvorm die hen eigen was.
Bij andere activiteiten lijkt de verhouding anders te liggen.
Ik denk aan koks, boeren, dienstverleners, huisvrouwen, wetenschappers, et
cetera. Kunnen zij hun levensvorm cultiveren in het doen van hun werkzaamheden,
of hebben zij daarvoor andersoortige oefeningen nodig, als zorg voor het zelf?
Wat is een werkzaamheid waarbij het uitgesloten is dat zij
tevens spirituele oefening zou kunnen zijn?
IV.
Waar ben ik op uit? Leven vanuit een diepe acceptatie van
het leven! Het wordende leven!
In mijn zorg voor het zelf betekent dat: mij thuis voelen in
mijzelf, in de wereld en in het leven. En: worden wie ik ben, namelijk een
worden.
In mijn werk: geëngageerd (d.w.z. met het oog op een
leefbare toekomst) en creatief bijdragen aan de samenleving als kunstwerk,
vanuit een thuis voelen en een diepe eerbied voor de aarde als ons aller
moeder.
V.
Met porno heb ik niets. Ik doe het liever zelf. De fantasie
wil ook wat, okay, maar eerlijk gezegd slaagt porno er bij mij niet in de
fantasie te prikkelen. Het is te duidelijk een nepspelletje dat alleen wordt
gespeeld om een show op te voeren en er geld mee te verdienen. Ooit de indruk
gehad dat de acteurs er zelf plezier aan beleefden? Porno doet niets anders dan
inspelen op mijn lustgevoelens. Ik moet erg dronken zijn om geen last te hebben
van deze eenzijdigheid. Het mechanische van porno mist elke authenticiteit, of
het is geen porno.
Wanneer de illusie te zichtbaar een illusie is, slaag ik er
niet meer in om erin te geloven.
Het is in die zin te vergelijken met godsdienst: wanneer het
inzicht daagt dat ‘god’ en het ‘bovennatuurlijke’ een fabricaat zijn van
wensdenken en niet meer dan dat, wordt het onmogelijk om er nog waarde aan te
hechten. Ik heb geen talent voor het bovennatuurlijke.
Misschien hebben ze met elkaar te maken: het
bovennatuurlijke en porno. In ieder geval doen beide me niets. Geef mij maar de
realiteit!
VI.
Levensvormtester: Muziek! Hoeveel verdraagt hij, zonder weg te kwijnen? Of bloeit hij erdoor op, trekt haar aan? Een gedachte idem.
VI.
Levensvormtester: Muziek! Hoeveel verdraagt hij, zonder weg te kwijnen? Of bloeit hij erdoor op, trekt haar aan? Een gedachte idem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten