Wat volgt is een conglomeraat aan tekstjes en thema’s
waarmee ik tijdelijk vastliep, niet wetende wat ermee te doen, en vooral:
waartoe. Een soort schipbreuk in de delta van het teveel, met tal van zijpaden
waar ik niet meer van wist hoe er een samenhangend geheel van te brijen. Beter
om het zootje te laten rusten? Heb besloten om er toch melding van te maken, te
meer daar ik aanvankelijk dacht een aantal dingen op het spoor te zijn die van
belang zouden kunnen zijn voor mijn onderzoek, - en wie weet. Ben er nog niet uit. Het is tenslotte een logboek. Wordt vervolgd.
*****
In Artis
Bij het ontwaken van de dag
Nog voordat er bezoekers komen
Het klaaglijke gehuil
Bovenin een kale boom
Van de kleinste mensaap
Zingen noemen sommigen het
Tot twee straten verderop te horen
Het zwarte jong buitelt
Van tak naar tak
Zijn moeder tegen een witte berk
Gekleumd
Ik kijk ernaar
Vanachter een hek
En vraag mij af
Wat doet een goudwanggibbon
Hier in deze wijk
*****
Alsof een andere denker in me geboren wil worden. Eén die
geen genoegen meer neemt met de gegeven werkelijkheid, noch probeert om deze
helemaal te begrijpen, ten einde zich er bij neer te leggen dat de wereld is
zoals zij is. Realist wil ik zijn, voluit onder ogen ziend wat zich voordoet,
en tegelijkertijd idealist, rechtdoend aan mijn gevoel voor waarheid en
rechtvaardigheid, beseffend dat er meer mogelijk is, en ook wenselijk, vanuit
de eigen aard van het beestje, - hoe problematisch dit alles ook is.
Enkele dagen geleden had ik het gevoel meer open te kunnen
staan voor de werkelijkheid, met alles erop en eraan, wanneer ik ideeën en
idealen meeneem in mijn appreciatie ervan. Er is niet slechts wat zich
voordoet; er is ook wat iets, iemand of een situatie zou kunnen zijn, - deze spanning boeit me. In het spanningsveld
van wat is en wat zou kunnen zijn voel ik me uitgenodigd om voluit te
functioneren, zonder dat ik me hoef in te houden.
Gisteravond, terwijl mijn zoontje lag te slapen, ontstak
zich een felle opstand in mij. Ik had geen zin meer om mijn kritiek en
verontwaardiging nog langer te kortwieken en om te buigen naar berusting. Met
zoonlief had ik een gedeelte van een mooie documentaire gezien over de flora en
fauna in het Amazone-gebied én de bedreiging ervan door houtkap. Er worden
jaarlijks nog vele nieuwe soorten ontdekt en tegelijkertijd verdwijnen er, voorgoed.
Prachtige dieren, vrucht van miljoenen jaren evolutie, raken hun habitat kwijt
en zijn ten dode opgeschreven, ook als soort. Buitengewoon schrijnend. Ik bedacht
dat waarschijnlijk ook in Europa ooit een rijk geschakeerde natuur heeft
bestaan, met tal van soorten die ondertussen zijn uitgestorven of nog slechts
te zien zijn in een dierentuin. Hoeveel goeds brengt de menselijke beschaving?
Hoeveel kwaad richt zij aan?
Daarna zag ik een kort filmpje waarin een katachtig dier,
een soort lynx, in het wild levend, verschillende pogingen doet om een vogeltje te
verschalken. Uiteindelijk lukt het hem. Met een geweldige sprong vangt hij een
langs fladderend vogeltje. Jammer voor het vogeltje, uiteraard, maar des te
mooier voor de grote kat. En wat een verschil met de dieren die hier gevangen
zitten, in Artis, waar ik nu zit te schrijven. Vogels is het vliegen onmogelijk
gemaakt. Roofdieren zijn onschadelijk, keurig gescheiden van hun prooi. Alle
dieren krijgen op tijd hun natje en hun droogje. Het lijken wel mensen in een
verzorgingshuis!
Ik bepleit niet een terugkeer naar een oertoestand waarin
ook wij mensen nog ‘samen’ leven met ander wild. De natuur is geen paradijs. Zo aangenaam was dat leven
waarschijnlijk niet. Wat wel?
Minstens het besef levend houden dat iets niet hoeft te zijn
zoals het op een gegeven moment is. Hoe prettig en leerzaam een bezoek aan
Artis ook is, het blijft een situatie van gevangenschap, een dierentuin.
Ik voel me in opstand. Waartegen? Tegen de mens en zijn zelfzucht en kortzichtigheid. Waarvóór? Opstand, met het oog waarop?
*****
Gistermiddag, in het filosofisch café, werden twee
gespreksonderwerpen gekozen. Ten eerste de overmaat aan informatie waar we
dagelijks mee te maken hebben: nieuws, boeken, tv-programma’s, kranten,
documentaires, internetaanbod: alles in overweldigende overvloed. Wat te doen?
Wat willen we ermee? Een andere vraag: waarom ervaren we het als een teveel? –
niet iedereen, overigens; degenen die menen er iets mee te ‘moeten’.
Eeuwenlang leefden we wellicht in een situatie van informatieschaarste; gretig namen we tot ons wat zich aanbood. De laatste tijd, en zeker sinds de komst van internet, is die situatie radicaal veranderd: van relatieve schaarste naar welhaast oneindige overvloed. We moeten op dieet! Niet alleen vergt dit een herdefiniëring van wat (nog) gezonde of zinvolle informatie is. Ook worden we gedwongen ons af te vragen wat we werkelijk willen weten, om ons niet als een doldraaiende marionet te laten bepalen door wat zich aan alle kanten aan ons opdringt.
Politiek bekeken: wat is het effect van zoveel informatie? Dat niets er nog toe doet? Dat de 'wereld' een aaneenschakeling wordt van en... en... en..., zonder dat er nog iets bovenuit steekt, zonder dat nog iets in het bijzonder van belang is? Nieuws heeft een kort geheugen: wat vandaag belangrijk is, is morgen vergeten, verdrongen door ander nieuws. Is de overdaad aan informatie de ultieme verdeel-en-heers tactiek, zonder dat er iemand verantwoordelijk voor is? Verdeel de aandacht en de heersende situatie zal blijven zoals zij is...
En toch: is nieuwsgierigheid niet te prefereren boven onverschilligheid?
Eeuwenlang leefden we wellicht in een situatie van informatieschaarste; gretig namen we tot ons wat zich aanbood. De laatste tijd, en zeker sinds de komst van internet, is die situatie radicaal veranderd: van relatieve schaarste naar welhaast oneindige overvloed. We moeten op dieet! Niet alleen vergt dit een herdefiniëring van wat (nog) gezonde of zinvolle informatie is. Ook worden we gedwongen ons af te vragen wat we werkelijk willen weten, om ons niet als een doldraaiende marionet te laten bepalen door wat zich aan alle kanten aan ons opdringt.
Politiek bekeken: wat is het effect van zoveel informatie? Dat niets er nog toe doet? Dat de 'wereld' een aaneenschakeling wordt van en... en... en..., zonder dat er nog iets bovenuit steekt, zonder dat nog iets in het bijzonder van belang is? Nieuws heeft een kort geheugen: wat vandaag belangrijk is, is morgen vergeten, verdrongen door ander nieuws. Is de overdaad aan informatie de ultieme verdeel-en-heers tactiek, zonder dat er iemand verantwoordelijk voor is? Verdeel de aandacht en de heersende situatie zal blijven zoals zij is...
En toch: is nieuwsgierigheid niet te prefereren boven onverschilligheid?
Na de pauze de vraag waarom velen nog zo’n moeite hebben met
homoseksuelen. Concreet: wat te doen met het gegeven dat in de huidige
vluchtelingenopvang homoseksuelen het leven zuur wordt gemaakt? Kan zoiets
worden getolereerd? Breder getrokken: waarom hebben minderheden het vaak zo
moeilijk? En wat zegt het over menszijn dat anderszijn telkens weer in de verdrukking komt, nog steeds, en zeker in tijden van crisis? Zijn hang naar identiteit en identiteitspolitiek de boosdoener?
Grote vragen waar we uiteraard niet uit zijn gekomen. Zoals
vaker tijdens bijeenkomsten van het filosofisch café werd de beginvraag aan
alle kanten verkend, aan de hand van voorbeelden, en met soms onverwachte
standpunten en uitweidingen. Er werd vooral veel omgewoeld. Een oefening in
onvanzelfsprekendheid dus, - een welkome vorm van filosofische exploratie. Er
valt natuurlijk veel meer mee te doen, maar als begin uitstekend! Laat
filosofie een telkens opnieuw beginnen zijn!
*****
Wat mij gedurende de bijeenkomst enkele malen inviel, was
een associatie met tolerantie. Ergens moeite mee hebben is op zich geen
probleem. Het hoeft niet te leiden tot
veroordelen of bestrijden. Dat is precies de ruimte die tolerantie biedt. We
tolereren niet iets wat we leuk of aangenaam vinden of waar we het mee eens
zijn, maar het betreft iets waar we moeite mee hebben. Tolerantie biedt ruimte
aan pluriformiteit, ook in ongemakkelijke zin, wanneer we niet van harte
instemmen met al haar manifestaties. Daarom is tolerantie het hart van een
vrije samenleving! Wanneer anderszijn een reden wordt om ertegen aan te gaan,
ten einde het te verbieden of te criminaliseren, dan betekent dat een minder
vrij worden van de samenleving, om te beginnen in mentaliteit. Helaas zijn er
allerlei tendensen in de politiek, met name in de VS, die hun winst proberen te
halen uit het aanwakkeren van intolerantie, - iets wat door politici die de
democratie hoog hebben nu juist niet zou moeten worden gestimuleerd; zij delven
daarmee het graf van de gelijkberechtiging van pluriformiteit.
Maar impliceert tolerantie dat we alles voor lief moeten
nemen? Leidt dat niet eerder tot onverschilligheid?
Wat gistermiddag tot me doordrong is dat tolerantie niet
betekent dat kritiek buiten de deur moet worden gehouden. Integendeel, een
gezond tolerant klimaat sluit de mogelijkheid van kritiek juist in.
(Wederzijdse kritiek, wel te verstaan, waarbij ook de ander zich gerechtigd
voelt om zich kritisch te roeren.) Zo niet, dan wordt tolerantie tot een gedwongen
accepteren, wat niet vol te houden is, en uiteindelijk zal leiden tot een
heftige tegenreactie, waarin wordt omgekeerd wat men met tolerantie wilde bereiken,
namelijk ruimte voor anderszijn.
Hoe zowel tolerant te zijn, als ook ruimte te bieden aan een
kritische uitwisseling? M.a.w. hoe tolerantie meer te laten zijn dan een elkaar
met rust laten? Misschien zijn we tot nu toe wel veel te gemakzuchtig geweest,
als het gaat om kritische verdraagzaamheid. En wat zouden we niet kunnen leren
van een tolerantie die wederzijds ruimte geeft aan vraagtekens door de ander,
zonder dat het leidt tot pogingen tot verbod!
Hebben we tolerantie tot nu toe wel voldoende van de positieve kant belicht?
Hebben we tolerantie tot nu toe wel voldoende van de positieve kant belicht?
*****
Doordenkend op de waarde van tolerantie, vraag ik me af
welke waarden ik zou willen hooghouden. Waarvoor zou ik in opstand willen
komen? Immers, opstand gebeurt in naam van een waarde die voor de opstandige
het leven de moeite waard maakt.
De keuze is om een gegeven werkelijkheid gelaten te
aanvaarden, óf om protest aan te tekenen en zich kritisch te manifesteren in
het besef van een waarde, of waarden, die je niet wilt laten ondersneeuwen.
Opstand beweegt zich dus aan de grens van een tolerantie die
zichzelf serieus neemt, als kritische verdraagzaamheid. Opstand wil niet langer
verdraagzaam zijn, omdat een kritische grens is overschreden.
Opstand is niet hetzelfde als revolutie. Wie revolutie wil,
wil alles veranderen, een soort reset plegen, waarin de werkelijkheid van de
grond af aan anders gestructureerd is. Revolutie gelooft in een radicaal andere
wereld; zij gelooft in een andere mens.
Ik heb ooit in de mogelijkheid én de noodzaak van zo’n
verandering geloofd, maar dat is alweer een tijdje verleden tijd. De Val van de
Muur, in 1989, deed me realiseren dat ik eerder revolutionair dacht en de
mogelijkheid open hield voor een radicale omwenteling, - welke wist ik niet
precies; de Sovjet-realiteit trok mij niet aan, maar toch: iets vergelijkbaars,
maar dan beter, moest mogelijk zijn. Ik had mijn twijfels, maar de hoop woog
zwaarder.
Met de Val van de Muur ging ook dit vage geloof eraan. Een
revolutie zag ik niet langer als optie. Dit werd versterkt door de verhalen die
loskwamen over het dagelijks leven in het ‘reëel existerende socialisme’ en
over corruptie aan de top.
Wat er gaandeweg voor in de plaats kwam, was de mogelijkheid
van opstand, als manifestatie van een zichzelf serieus nemende kritische
houding, met het oog op een waarde die je wilt verdedigen, dan wel versterken. Opstand is meer dan verzet; hij wil iets hooghouden. (Ben ik niet ooit zelf in opstand gekomen toen ik wegliep van huis en brak met
waarden en een levensvisie die niet de mijne waren? In naam waarvan?)
Soms zakt deze optie, die van de opstand, weg achter mijn
horizon. Gisteravond stak zij opnieuw de kop op!
*****
Zolang maatschappijkritiek en culturele verandering radicaal
worden opgevat, gevangen in het revolutionaire framewerk, zal er niets
gebeuren. Niemand loopt er nog warm voor, behalve in sektarische
zelfgenoegzaamheid. Het voor de hand liggende alternatief is dan het omgekeerde: lijdzame acceptatie van wat
het geval is.
Wanneer we van maatschappelijke verandering verwachten dat zij totaal is (in revolutionaire zin dus), of anders maar niet, dan is elk optimisme bij voorbaar een verloren zaak, want die totale verandering gaat er niet komen. Toch is verandering mogelijk! Bovendien, zij gebeurt voortdurend. De vraag is in welke richting, en deze kan mede worden bepaald door degenen die zich ervoor inzetten!
Het wordt tijd om te exploreren wat opstand te bieden heeft!
Wanneer we van maatschappelijke verandering verwachten dat zij totaal is (in revolutionaire zin dus), of anders maar niet, dan is elk optimisme bij voorbaar een verloren zaak, want die totale verandering gaat er niet komen. Toch is verandering mogelijk! Bovendien, zij gebeurt voortdurend. De vraag is in welke richting, en deze kan mede worden bepaald door degenen die zich ervoor inzetten!
Het wordt tijd om te exploreren wat opstand te bieden heeft!
*****
Typisch voor revolutionair denken: 'eis het onmogelijke', - nooit begrepen waarom dat zo nastrevenswaardig zou zijn, het onmogelijke.
Liever: 'wees irrealistisch, eis het mogelijke!'
*****
Groot tumult boven het verblijf van de Afrikaanse wilde
hond.
Een tiental kraaien krijst hoog in de bomen.
Een van de wilde honden loopt te dollen
Met een kraai in de bek,
Gevangen in een onbewaakt ogenblik.
De anderen rennen mee,
Willen ook een beet.
Het krijsen houdt aan.
Gefladder,
Maar de kraaien blijven boven,
Hoog in de bomen.
Hoog in de bomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten