Vanmiddag een socratisch gesprek afgerond, bij de
Volksuniversiteit hier in Amsterdam. Twee halve weekenden hebben we onderzoek
gedaan naar de vraag ‘Waar liggen de grenzen van tolerantie?’, aan de hand van
een mooi ervaringsvoorbeeld. Hierin werd de voorbeeldgeefster op haar werk geconfronteerd
met grensoverschrijdend gedrag van een leidinggevende, in de zakelijke sfeer.
Uitkomst van het gezamenlijke onderzoek: wanneer je wordt geregeerd door angst,
zie je geen keuzemogelijkheden, en ben je niet in staat tot tolerantie; het
leidt tot een vorm van acceptatie, zij het onder het protest van gevoelens
teleurstelling en verontwaardiging die blijven doorzeuren.
Wat mij telkens weer opvalt, wanneer ik een socratisch
gesprek begeleid, is de kracht van denkrasters waarmee we alledaagse situaties
en gebeurtenissen waarnemen en beoordelen. Die denkrasters verhinderen om te
zien wat er werkelijk gebeurt of is gebeurd. We passen de feiten aan aan hoe
wij denken dat zij moeten zijn gebeurd, in plaats van andersom, - hetgeen niet
vreemd is in de flow van het dagelijks leven, maar het kan er wel toe leiden
dat wij ons een verkeerd beeld vormen, en een ander, en wellicht ook onszelf,
niet of slechts gedeeltelijk begrijpen.
In het gesprek, bijvoorbeeld, bleek het voor sommige
deelnemers moeilijk om zich voor te stellen hoe het is om te leven geregeerd
door angst. Zij gingen ervan uit dat je als rationeel persoon altijd de ruimte
hebt om keuzemogelijkheden te zien en ook altijd iets kunt doen aan een
onaangename situatie. Maar wat als angst nu eens leidend is? Is het wel terecht
om het verstand en zijn helderheid zo’n vaste en prominente plek te geven in
ons mensbeeld? Kun je van iemand verwachten dat zij tolerant is wanneer angst
en onmacht zorgen voor een blikvernauwing?
Wanneer op die manier onze denkgewoontes op scherp worden
gezet, besef ik weer waarom de socratische methode mijn voorliefde geniet. Zij
stelt in staat om ons conceptuele framewerk te onderwerpen aan de test van de
ervaring. Een wijsgerige reality check. In een socratisch gesprek zijn ervaringsvoorbeelden
niet illustraties bij wat we al vinden (zoals alledaags gebeurt), maar ze zijn
de toetssteen voor de geldigheid van onze opvattingen. Deze worden onderzocht
in het licht van ervaringen, en niet andersom.
Vooralsnog zie ik deze aanpak als de enige testmogelijkheid
voor theorievorming in filosofie (opgevat als wijsbegeerte): de ervaringstest.
In de studeerkamer kan van alles worden bedacht, al dan niet met behulp van
boeken en andere theorieën, maar wat zegt dat over de geldigheid ervan? Worden
we er wijzer van wat betreft onze situatie als mens, of is het denkproduct
(essay, artikel, boek etc) de zoveelste getuigenis van het menselijk vermogen
tot het creëren van bedenksels, om niet te zeggen: tot fabuleren en speculeren?
Waarom zou veel filosofie niet gewoon filofictie zijn? Een veredeld
meningencircus: denkbaar en als het even kan ook onderhoudend, ja, maar is het
ook waar wat wordt beweerd?
Hoe een opvatting filosofisch te onderzoeken op geldigheid?
Logica biedt weinig hoop. Ook onzin kan heel consistent zijn. Ontkomen we aan
ervaring als toets? Ik zie niet hoe. Wellicht dat er ook nog andere methoden
zijn, maar ik ken alleen de socratische, als methode waarin ervaring voluit
serieus wordt genomen, als bron van wijsheid en als toetssteen voor onzin of
irrelevantie.
De socratische aanpak heeft zich diep in mijn leef- en
denkwijze ingegraven, zo merk ik. Ook deze filosofische herontdekkingsreis
geeft er uitdrukking aan. Ik probeer zoveel mogelijk socratische elementen
binnen mijn onderzoek te halen. Minstens door te denken en te schrijven op
locatie (en niet tussen mijn boeken) en door gedachtevorming te koppelen aan
gebeurtenissen en situaties. Ik zoek de gesitueerdheid, met aandacht voor wat
zij bij mij teweeg brengt. En anders dan in wetenschap, gaat het me niet om
onpersoonlijke objectiviteit, maar om beleving en subjectiviteit, onderzocht op
algemeen menselijkheid, - iets wat eveneens in een socratisch gesprek alle
ruimte krijgt. Behalve waarneembare gebeurtenissen zijn ook emoties en
afwegingen feiten; zij ‘gebeuren’ in een wisselwerking met omstandigheden. Geen
neutraliteit dus, of ‘view from nowhere’, evenmin als streven. Motto:
filosoferen met je leven, - de enige zinvolle invulling van levenskunst die ik
me kan voorstellen. Toegegeven: deze aanpak staat bij mij nog in de
kinderschoenen. Er valt nog meer mee te doen!
En vraag: waartoe een socratische aanpak? Waartoe deze onderneming? Waar ben ik op uit?
En vraag: waartoe een socratische aanpak? Waartoe deze onderneming? Waar ben ik op uit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten