26 februari 2016

25 februari 2016: Parijs (V)


Mijn vrienden hier in Parijs werken nogal hard. Ze weten zeker ook van het leven te genieten, maar dat moeten ze bevechten op stressvol werk. Voor het lezen van een boek – wat ze allebei graag zouden willen – hebben ze geen tijd. Of beter: na hun werk zijn ze er simpelweg te moe voor. Ze verdienen heel aardig, hetgeen maakt dat ze zich een mooi huis kunnen veroorloven, in een rustige buitenwijk. Heel aangenaam. En niet te vergeten: ze hebben twee kinderen, waarvan er één nog studeert, - wat in Frankrijk een kostbare aangelegenheid is, zeker wanneer de student op kamers woont.

Van werkplezier is al lange tijd nauwelijks nog sprake. Mijn vrienden, M en J, wekken de indruk geleefd te worden door hun job. Met name M heeft een agenda die volledig bepaald wordt door anderen: vergaderingen, noodsituaties, conflicten managen, etc. en dat zonder rustige momenten. Ik word er al moe van wanneer hij erover vertelt. Begrijpelijk dat hij blij is met het vooruitzicht over enkele jaren te kunnen stoppen, vervroegd, - als de politiek daar geen stokje voor gaat steken...

Zou ik met hem willen ruilen? Tegen welke prijs?

                                                                              ****



Wat mij altijd heeft verwonderd, is dat de middelen om het bestaan, ook het werkende, te vergemakkelijken enorm zijn toegenomen, de afgelopen eeuwen, maar dat we harder en stressvoller zijn gaan werken, in plaats van minder en relaxter. Hoe kan dat? Zijn het de arbeidsverhoudingen? Is het de zucht naar comfort? Betreft het een verdelingsvraagstuk?

Wanneer je een klein kind ziet spelen en plezier hebben in het leven, hoe kan het dan dat op volwassen leeftijd werk het plezier in wat we doen doet verdampen? Een blije moeder achter een kinderwagen is welhaast een jaloersmakende belediging geworden. Hoezo?

                                                                               ****



Vandaag laatste dag in Parijs. Eind van de middag terug met de bus. Om enkele inkopen te doen trek ik door de stad, deels met de metro. Veel vermoeide gezichten. Grauw. Misschien is het waarom er (naar mijn bescheiden mening) zo weinig mooie mensen te zien zijn, - althans, minder dan in Amsterdam.

Bovengronds schijnt de zon. Het is fris, maar helderheid en de blauwe lucht maken veel goed. De afgelopen dagen heb ik te weinig gedwaald door de stad. Dat ga ik vandaag goed maken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten