25 februari 2016

24 februari 2016: Parijs (IV)

Wist niet dat ik me tijdens dit Parijse reisje nog zou bezig houden met de relativiteitstheorie, maar er is een tentoonstelling in het Palais de la découverte die ik niet kan laten lopen: ‘100 ans de la théorie de la relativité générale’. Als er iets is waar ik nog te weinig van weet, terwijl ik dat anders zou willen, dan is dat de moderne fysica. (En de wiskunde ook, trouwens.) Wellicht dat de tentoonstelling me weer een stukje verder helpt.



Wat ik van natuurkunde weet, is opgedaan op de middelbare school. Dat hield op vlak vóór Einstein. Verder ben ik niet gekomen. Relativiteitstheorie en kwantummechanica ken ik slechts in grote lijnen. Het fijne weet ik er niet van. Ook kan ik slechts gissen naar het revolutionaire van beide. Ik heb mijn vermoedens, gevoed door krantenartikelen en documentaires, maar daar blijft het bij. Genoeg evenwel om te weten wanneer verwijzingen ernaar, gedaan door mensen die hun briljante meningen enige stevigheid willen verschaffen, ridicuul zijn en een diskwalificatie van de boodschap zelve. Iemand die bijvoorbeeld beweert dat alle waarheid relatief is, en daarbij verwijst naar de relativiteitstheorie van Einstein, maakt van zichzelf een clown. Hetzelfde geldt voor lieden die oude wijsheidstradities, zoals het Taoïsme, in verband brengen met de kwantummechanica: zij hoeven verder niet serieus genomen te worden. Zij zijn het zoveelste voorbeeld van het verwarren van categorieën. Beleving en wetenschappelijke objectiviteit zijn van een verschillende orde.

                                                            ****


Het Palais de la Découverte dacht ik zo binnen te kunnen lopen. Wie wil er nu een expo zien over de relativiteitstheorie? Er stond evenwel een lange rij. Het duurde een half uur voordat ik naar binnen was geschuifeld. De rij was niet voor Einstein, maar voor andere exposities die tegelijkertijd plaatsvonden. Met name over dino’s.

Bij Einstein niet veel mensen. De tentoonstelling was nogal ouderwets opgezet: geen demonstratieopstellingen, geen interactieve uitleg, alleen maar tekst. En dan ook nog heel beknopt.

Over de relativiteitstheorie ben ik niet veel wijzer geworden, helaas. Kort na het begin bleef ik al steken, bij het concept ‘ruimte-tijd’, dat de belangrijkste grondsteen voor het hele bouwwerk lijkt te zijn. De tekst kon ik volgen, maar zij bood te weinig voor werkelijk inzicht in de materie.

Er was ook een gedeelte over toepassingen. Leuk om te weten dat GPS-systemen niet zouden kunnen functioneren zonder de relativiteitstheorie. Het effect snap ik; nu nog de theorie ‘erachter’. 



Al lezend kwam ik opnieuw de term ‘evenement’ tegen! Heeft de ontwikkelaar van de evenementstheorie in de filosofie, Badiou (zelf behalve filosoof ook wiskundige), de term ontleend aan de natuurkunde?
‘Each point in space-time is known as an ‘event’, because it is situated at a given space and time. The space-time interval (s) between two events separated by distance x and duration t is determined by the equation s2 = c2t2 – x2 , where is the speed of light in a vacuum.’

Anyway, er heeft zich weer een klein laagje toegevoegd aan mijn vertrouwdheid met Einstein’s theorie, inclusief vragen, terminologie en denkbewegingen. Het probleem begint langzaamaan te dagen. Op een gegeven moment zal de vlam in de pan slaan en zal ik snappen wat zo speciaal is aan de relativiteitstheorie!

Overigens valt er nog veel te ontdekken in het Palais de la découverte. Een reden om er nog eens terug te komen. Een aantal keren, wellicht. Met name de vaste tentoonstellingen, over astronomie en biologie bijvoorbeeld, hebben veel te bieden, en veel meer dan alleen maar tekst. De opzet is minder speels dan in het NeMo, maar dat hoeft de pret niet te drukken!

                                                            ****


Mijn eerste associatie met natuurwetenschap is ruimtevaart, en met name de maanlanding. De gebeurtenissen in 1969 maakten op mij een diepe indruk. Als kleine jongen zat ik bij de buurman aan de tv gekluisterd, om de schimmige beelden van de maanlander te zien, en het krakende geluid van Neil Armstrong, zeggende: ‘One small step for man, a giant leap for mankind’. Ik krijg weer kippenvel wanneer ik de scène opnieuw zie. Een immense prestatie die mijn voorstellingsvermogen, op 10-jarige leeftijd, ver te boven ging, maar niet zonder effect te scoren.

Als kinderen waren we enigszins voorbereid. Bij het boodschappen doen kon je bronskleurige munten sparen, met daarop de belangrijkste stappen in de geschiedenis van de ruimtevaart. Met als hoogtepunt, uiteraard: de maanlanding. Het blauwe verzamelkarton met al de munten heb ik nog ergens.

De gebeurtenis komt weer tot leven, elke keer als ik in een vliegtuig zit, en we taxiën de startbaan op. Het vliegtuig neemt een vaart, mijn rug tegen de stoel gedrukt, en na een korte doch heftige aanloop trekt het gevaarte waarin ik zit op, and off, we go! Ik denk telkens: Godverdomme! Wat een klootzakken zijn wij toch, dat wij dit weten te presteren! Geweldig! En ik ben trots op de mensheid! Ik ben trots om mens te zijn! Waarom ik dan zo moet schelden, weet ik niet. Waarschijnlijk om mijn verwondering kracht bij te zetten. Een immens gevoel neemt van mij bezit wanneer het vliegtuig zich verheft, de zwaartekracht tart en de lucht in gaat!



Heb nooit iets gehad met mensen die negatief doen over wetenschap. Haar prestaties verdienen ontzag, zoals ook de natuur die haar mogelijk maakt ontzag verdient. Hoe minuscuul de mens ook is, afgemeten aan de onmetelijkheid van het universum, hij presteert het wel om datzelfde gigantische universum stukje bij beetje te doorgronden, en er iets mee te doen! Chapeau! De maanlanding staat voor mij nog steeds symbool voor menselijke voortreffelijkheid. In intelligentie, inventiviteit en grensverleggende durf. En zonder natuurwetenschap geen maanlanding.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten